Als je in vogelvlucht over het zuiden van de Limousin trekt, zal je een ruitjespatroon ontdekken op diverse plaatsen: allemaal donkere puntjes op regelmatige afstanden van elkaar. Dit zijn meestal (okker)notenboomgaarden. Hier zijn amper wijnboeren maar wel veel notenboeren. Het sap van de noten, de notenolie, is een heerlijk en heilzaam streekproduct, naast “confiture de la noix”, gekarameliseerde noten en natuurlijk ook zuivere noten.
Ooit was deze plek op de foto een notenboomgaard, één tussen de vele in de streek. Nu zie je nog hier en daar een vermomde okkernotenboom, bijna gewurgd door klimop, met toegedekte donkerbruine stam en takken in dekentjes van mos en korstmos. De randen van de oude boomgaard groeien snel dicht met oprukkende bramen, sleedoorn en forse essen.
We slaagden erin enkele mooie exemplaren te redden van de wurggreep en het weiland er rond te maaien… Het oogt niet zoals het hier in een klassieke notenboomgaard hoort, een kale stenige bodem, maar de bomen van weleer drukken terug hun stempel op de vallei.
Natuurlijk willen we hier de notelaars in ere herstellen. We maken misschien zelfs plaats voor enkele jonge geënte rassen als Franquette en Parisienne. Maar naast een nootje kraken en zorgen dat alles gesmeerd loopt, willen we de “verger de noyer” omvormen tot een lekkere plek; een “verger de cocagne” met, jawel, noten, maar ook bessen, bramen, druiven, vijgen, kersen, pruimen, perziken, amandelbomen en zoveel meer.